Skip to main content

Koopman, Hartog

Hij werd geboren  op 24 november 1889 in Oud-Beijerland als zoon van Meijer Koopman (1859-1938) en Fransje Weijl (1862-1937). Hartog groeide met zijn zus Maria (1891) op aan de Molendijk 32 waar zijn vader een manufacturenwinkel had.

Op 11 oktober 1918 trouwde Hartog Koopman in Den Haag met Helena Hamme (1891-1943). Zij kregen drie kinderen: Franciska (1919-1943), Johanna Marie (1922-1943) en Meyer (1924-1943).

Hartog Koopman was directeur van de Bank van Koopman in de Beneden Molendijk 27 en later aan de West-Voorstraat 11.

Deportatie van Joden

In de zomer van 1942 toen de deportaties van Joden begonnen, werden Hartog Koopman en zijn gezin gesommeerd naar Amsterdam te verhuizen. Een maatregel die voor veel Joden uit de provincie gold. Zij woonden een tijdlang in Amsterdam.

Op 27 mei 1943, werden Hartog Koopman en zijn gezin op last van de beruchte Groep 10 van de Rotterdamse politie gearresteerd. Hij werd opgesloten in het Rotterdamse politiebureau en op 1 juli 1943 overgebracht naar Westerbork. Op 6 juli 1943 volgde het transport naar Kamp Sobibor, waar hij bij aankomst op 9 juli 1943 direct werd vergast. Hartog Koopman werd 53 jaar oud.

De naam van Hartog Koopman en zijn nagedachtenis leven voort op:

  • Het Joods monument aan de Bierkade in Oud-Beijerland
  • Ter herinnering aan Hartog Koopman en zijn gezin is er de Koopmanstraat in Oud-Beijerland
  • Het Nationaal Holocaust Namenmonument – Amsterdam

Dit verhaal is nog in bewerking.

Bronnen

laatst bijgewerkt: 19 maart 2025