
Vrijlandt, Willem
Willem Vrijlandt werd in Amsterdam geboren op 17 december 1909 als zoon van Arie Vrijlandt (1887-1964) en van Bastiaantje van der Linden (1887-1971).
Het gezin Vrijlandt, vader, moeder en zoon Willem, vertrok in 1915 naar Oud-Beijerland en woonde daar op het adres Havendam 535.
Willem Vrijlandt was, net als zijn vader, tuinder van beroep en woonde aan de Koninginneweg 62 in Oud-Beijerland. Hij was getrouwd met de in Goudswaard geboren Maartje Trijntje Maria Quartel. Zijn weduwe overleed in 1992 in Oud-Beijerland.
Op 22 juli 1929 werd Willem Vrijlandt als gewoon dienstplichtige van de lichting 1929 uit Oud-Beijerland ingelijfd bij het 3e Regiment Infanterie (3 RI).
In de meidagen 1940 was hij als dienstplichtig soldaat ingedeeld bij de 2e compagnie van het 2e bataljon van het 24e Regiment Infanterie (2-II-24 RI). Dit regiment was gelegerd rondom Druten in het Land van Maas en Waal en was onderdeel van Brigade B en bezette op 10 mei 1940 de Maas-Waalstelling, de verdedigingslinie van Druten tot Appeltern.
Op 12 mei, pinksterzondag, was het Duitse regiment de SS-Standarte ‘Der Führer’ diep op de Grebbeberg doorgedrongen. Die avond werd er een plan voor een tegenaanval opgesteld waarbij vier bataljons de Duitsers moesten terugdringen. Twee bataljons van 29 RI zouden naast elkaar optrekken, gevolgd door een bataljon van 20 RI en II-24 RI. Het geheel stond onder bevel van luitenant-kolonel G. Land en had de opdracht om de vijand terug te dringen en de oorspronkelijke frontlijn te herstellen.
De drie bataljons afkomstig van Brigade B uit het Land van Maas en Waal, I-29 RI, III-29 RI en II-24 RI, met het vierde bataljon I-20 RI, concentreerden zich in de nacht van 12 op 13 mei bij het dorp Achterberg. De reserve 1e luitenant F.J.Th. Noorbergen van 2-II-24 RI: ‘Op 13 mei 1940 zijn wij tegen het doorbreken der dageraad per vrachtauto’s overgebracht naar de Grebbeberg, alwaar wij met vol daglicht aankwamen’.
In de vroege morgen moest de aanval om half vijf ingezet worden. Door vertragingen kwam de aanval echter pas rond acht uur op gang. Nadat de troepen enkele uren, soms door bossen, soms in bouwland, waren opgetrokken, liepen ze frontaal de SS-Standarte ‘Der Führer’ tegemoet. Het vuurgevecht begon en de tegenaanval kwam tot stilstand. ‘De kogels vlogen nu om ons heen; we stonden blijkbaar precies in de vuurlijn’, volgens een verslag van een krijgsgevangene.
Noorbergen van II-24 RI: ‘Toen wij ombogen bij de Vriesweg kwamen wij meteen onder hevig vijandelijk artillerievuur, alsmede onder mitrailleurvuur’. En wat later: ‘Maar wij werden toen ook door vijandelijke vliegtuigen onder mitrailleurvuur genomen, terwijl zij ook bommen lieten vallen’. De Duitsers van de SS-Standarte ‘Der Führer’ zagen er niet tegenop om in de vroege morgen krijgsgevangen gemaakte Nederlandse militairen als dekking te gebruiken. Noorbergen: ‘Een 40-tal Duitsche militairen kwamen toen naar ons toe met hun handen in de hoogte. Voorop liepen 2 Nederlandsche militairen’. De mannen van 2-II-24 RI kwamen uit hun stelling. Toen de SS’ers op zo’n 25 meter genaderd waren,riep de daarvoor lopende Nederlandse soldaat ‘Pas op ze schieten die schooiers’. Meteen liep hij bij de Duitsers weg, ook de tweede Nederlandse soldaat probeerde dit, maar die werd meteen neergeschoten. Het bleek achteraf dat achter hen een Duitser met een revolver hen in de rug onder schot hield, waarbij ze gedwongen werden om te roepen dat zij zich allemaal wilden overgeven. Noorbergen: ‘Dadelijk daarop werden wij door de Duitschers onder vuur genomen. Het eerste slachtoffer was Kap. Buwalda, vlak daarop serg. Heck en vervolgens vielen bij ons de eene na de andere’. De Nederlanders werden daarna van drie kanten zeer hevig onder vuur genomen en sloegen de granaten om hen heen in ‘en richtte groote verwoestingen aan in mijn compagnie’. Langer blijven was onverantwoordelijk en toen werd het bevel gegeven aan zijn compagnie om zich terug te trekken.
Ook elders bij de tegenaanval kwamen de Nederlandse soldaten klem te zitten en trokken zich ook massaal terug. De tegenaanval was mislukt en had vele doden en gewonden opgeleverd.
Al snel na het einde van de slag om de Grebbeberg begint het Rode Kruis, met de hulp van dokters, zusters en EHBO-mensen, met het identificeren van de slachtoffers.
Op 18 mei werd Willem Vrijlandt, dienstplichtig soldaat van 2-II-24 RI, door een boer uit Achterberg vanaf de Hoogesteeg overgebracht naar het Grebbekerkhof in Rhenen. Daar werd hij die dag begraven in het 6e Hollandse graf. Zijn laatste rustplaats bevindt zich nog steeds in Rhenen, op het Militair Ereveld Grebbeberg, rij 6 nummer 17.
Het is niet te achterhalen bij welke gevechten Willem Vrijlandt sneuvelde, maar wel dat hij gedood werd tijdens de tegenaanval op 13 mei en overleed aan de gevolgen van verwondingen aan zijn hoofd en rug.
Feit is dat hij volgens zijn overlijdensakte ‘op dertien mei dezes jaars, des namiddags ten zes ure, in deze gemeente is overleden, Willem Vrijlandt, oud dertig jaren, tuinder, geboren te Amsterdam en wonende te Oud-Beijerland’. Zijn overlijden werd pas op 5 november 1940 bij de burgerlijke stand van de gemeente Rhenen aangegeven. De aangever was de 49-jarige Klaas van de Wetering, lijkbezorger, wonende in Oud-Beijerland.
Willem Vrijlandt kreeg postuum het ‘Oorlogsherinneringskruis met de gesp Nederland mei 1940’, toegekend. Hij wordt herdacht op het monument Vrij en op het ‘Monument voor Grenadiers en Jagers’ in Schaarsbergen.
Dit verhaal is nog in bewerking.
Bronnen
- Jong, L. de, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, deel 3 Mei ’40. ’s-Gravenhage 1970.
- https://oorlogsgravenstichting.nl/personen/165657/willem-vrijlandt
- https://www.grebbeberg.nl/index.php?page=vrijlandt-w
- https://dodenboekgrenadiersenjagers.nl/vrijlandt-willem/
Laatst bijgewerkt 2 april 2025