Skip to main content

Haas, Anton Marie de

Hij werd geboren op 25 februari 1918 te Nieuw-Helvoet als zoon van directeur bijkantoor RVS Frederik Willem Bernhard (1886-1957) en Dorothea Anna Marie Heijnsbroek (1888). Hij groeide op met zijn oudere broer Frederik Cornelis Johannes (1912).
Anton trouwde op 23 april 1942 in Haarlem met Catharina Anna van ‘t Hof (1917-2002) en zij gingen in Zaandam wonen. Op 20 november 1942 werd hun zoon Frederik Willem Bernard geboren.

Anton werkte als controleur levensverzekering bij de RVS maar gaandeweg de oorlog raakte hij betrokken bij het verzet. Hij kon op enig moment niet meer in Zaandam blijven wonen; een onrustige periode brak aan en hij trok van hot naar her.

Eind 1944/begin 1945 woonde hij met zijn vrouw Tine en zoontje tijdelijk op een woonboot aan de Nieuwstraat te Westmaas. Onder de naam Pieter Goetheer was hij inmiddels benoemd tot plaatsvervangend Compagniescommandant/instructeur bij de BS en met Nicolaus Bout trainde hij de leden van de knokploegen hoe ze met wapens konden omgaan. Ze oefenden in leegstaande boerderijen en op geïsoleerd liggende stukken grond.

Wanneer hij een andere identiteit heeft aangenomen is niet bekend, maar in de Hoeksche Waard was hij bekend onder de naam Pieter Goetheer, geboren op 3 november 1913 te Oudelande, van beroep expediteur en woonachtig te Vlissingen. Zijn ouders waren Jacob Goetheer en Neeltje de Leeuw

Al in 1942 werd de Persoonsbewijzencentrale (PBC) opgericht door Gerrit van der Veen. Begin 1944 waren er al 91.000 vervalste persoonsbewijzen uitgegeven. Niet alleen het persoonsbewijs moest voorzien zijn van de juiste (echte) stempels, ook de distributiekaart waarop de voedselbonnen verkregen werden, moest het juiste stempel dragen. Van der Veen werd in mei 1944 opgepakt en zijn leven eindigde voor het executiepeloton in de duinen van Overveen.

Arrestatie

Pieter Goetheer werd, onder zijn illegale naam, op 23 maart 1945 gearresteerd in Mijnsheerenland en met Nico Bout overgebracht naar het gebouw van de Boerenleenbank in Oud-Beijerland. Op 30 maart werden zij ingesloten in de gevangenis van het Hoofdbureau van Politie aan het Haagse Veer te Rotterdam. Geboeid en in afzondering in zijn cel wachtte hij het verdere verloop af.

Liquidatie van een politieman

Buiten de gevangenis voltrok zich een dag later een drama.
Het verzet liquideerde politieman Willem Hendrik Tetenburg, commandant van de Ordepolitie, NSB’er, SS’er en gehaat omdat hij zich overal mee bemoeide en in het bezit was van levensgevaarlijke gegevens. Op zaterdag 31 maart 1945 werd hij door twee fietsers, behorende tot het verzet, onder vuur genomen. Door twee kogels in zijn hoofd overleed hij ter plekke. Bij het verzet was bekend dat hij hand- en spandiensten verleende aan de Duitsers, maar dat hij lid was van de SS, was waarschijnlijk niet bekend. Het verzet verwachtte voor de dood van een Nederlander geen represailles.  Maar de Duitsers namen de zaak hoog op, de plaatselijke leider van de SS beschouwde Tetenburg als direct medewerker van de Wehrmacht en zijn dood moest gewroken worden met harde maatregelen.

‘Als Sühnemaßnahme für den am 31.3.1945 durch Terroristen erschossenen niederl. Pol. Majoor Tetenburg – Rotterdam -bringe ich im Vorschlag, 20 z. Zt. inhaftierte Angehörige der Widerstandsorganisation am Tatort zu erschießen und bitte um Zustimmung.’

Het bleef tijdens de paasdagen opmerkelijk stil, maar op dinsdag 3 april was het zover. Twintig mannen van 18 tot 45 jaar werden, vanuit de gevangenis, overgebracht naar de Lage Oostzeedijk, tegenover de Hoflaan. Ter plaatse werden ze op een rij gezet en doodgeschoten. De lichamen moesten een dag blijven liggen, dit ter afschrikking voor wie daar in de buurt was.

Na voorlopig begraven te zijn in Rotterdam werd Anton Marie de Haas, 27 jaar oud, onder zijn eigen naam begraven op de Algemene Begraafplaats De Essenhof  te Dordrecht.

Echtgenote Tine en haar zoontje liepen na de arrestatie van haar man ook gevaar en er moest een onderduikadres voor hen gezocht worden. Jaap Tiggelman, werkzaam op het gemeentehuis in Mijnsheerenland en ook actief in het verzet, vond onderdak voor hen bij zijn zwager en schoonzus, Arie Jacob en Jurrina van der Sluijs-Verbeek in Puttershoek. Tine en haar zoontje werden liefdevol in het gezin opgenomen en bleven daar tot aan de bevrijding. Het contact bleef ook na de oorlog. In december 1998 schreef Tine van ‘t Hof hem een persoonlijke brief: ‘Ik hoop dat u een goed 1999 mag beleven en ik wil nog even zeggen Heer van der Sluijs, als u dezer dagen nog eens terug zou denken aan de laatste maanden van de Tweede Wereldoorlog, denk dan ook aan het feit dat ik u nu schrijf, (namelijk) dat ik, als ik niet bij u en uw vrouw liefdevol was opgenomen, ik het waarschijnlijk niet overleefd had. Dank daarvoor altijd weer met heel mijn hart.’

Tine van ‘t Hof hertrouwde op 14 juni 1946 met Johannes van ‘t Hof en samen kregen zij in 1947 zoon Jasper.

Zijn naam en nagedachtenis leven voort:

  • De Erelijst van Gevallenen 1940-1945 Hal van de Tweede Kamer

Bronnen

  • Brand, Simon M., Het verzet in de Hoeksche Waard (Strijen 1976), blz. 144
  • Brand, Simon M., Het verzet in de Hoeksche Waard II (Strijen 1995)
  • Dekker, Loek e.a., Oorlog in de Hoeksche Waard 1940-1945, (Museum Hoeksche Waard 2015)
  • Geus-de Winter, Leni de, Van Zeedijk tot Schouteneinde (2024)
  • Hartigh, H.A., ‘in zoete mijmerij’ (Westmaas, 1995)
  • Oosthoek, Albert, Uit Trouw geboren, illegaliteit in Oud-Beijerland (Oud-Beijerland 1995), blz. 83
  • Pauw, J.L. van der, Guerilla in Rotterdam. De paramilitaire verzetsgroepen 1940-1945 (Den Haag 1995)

laatst bijgewerkt: 1 december 2024

Link naar monument en thema