Skip to main content

Luchtoorlog

Tijdens de Tweede Wereldoorlog was de Hoeksche Waard een belangrijk gebied in de luchtoorlog boven Nederland. Gelegen tussen Rotterdam en Zeeland, was de regio strategisch van belang voor zowel de geallieerden als de Duitse bezetters. De luchtoorlog was hevig en leidde tot vele luchtgevechten, bomaanvallen en tragische crashes in de Hoeksche Waard.

De luchtoorlog in Nederland begon al vroeg in de Tweede Wereldoorlog. Duitsland had de luchtoverheersching in Europa snel verworven, maar naarmate de oorlog vorderde, gingen de geallieerden – voornamelijk de Britse Royal Air Force (RAF) en de Amerikaanse luchtmacht – steeds actiever deelnemen aan luchtaanvallen op Duitse doelen. De Hoeksche Waard, als deel van het westen van Nederland, bevond zich vaak in het pad van deze luchtaanvallen en gevechten.

Duitse luchtafweer en jagers probeerden geallieerde bommenwerpers en gevechtsvliegtuigen neer te halen. Anderzijds waren de geallieerden ook actief in het bombarderen van strategische doelen in Duitsland en bezet Nederland. De regio was dan ook getuige van vele luchtgevechten, waarbij vliegtuigen uit de lucht werden geschoten, wat leidde tot veel verongelukte vliegtuigen in de Hoeksche Waard. 

De vliegtuigcrashes in de Hoeksche Waard hadden een grote impact op de lokale bevolking. Naast de directe menselijke tragedies – het verlies van leven van piloten en bemanningsleden – veroorzaakten de crashes ook materiële schade. Vliegtuigen die neerkwamen, lieten vaak verwoestingen achter, met branden, verspreide wrakstukken en soms verwoeste gebouwen of gewassen. Soms werd de lokale bevolking gedwongen te helpen bij het opruimen van de wrakken of het begraven van de slachtoffers.

Daarnaast leidde de luchtoorlog tot voortdurende angst voor luchtaanvallen en luchtschade. Het geluid van vliegtuigen in de lucht was altijd aanwezig, en de bevolking was vaak op hun hoede voor mogelijke luchtaanvallen, wat de spanning in de regio verhoogde.

Afbeelding Bemanning Crash 16 september 1944, Strijensas: Peter William Bickford, Peter Lawrence Dooley, Arnold Ney Jonhston, Wilfred George  Scanlan, Uriah Bernard Butters, Douglas James Dawson en Donald George Flood