Skip to main content

Pim Zwarenstein, kleinzoon van Pinas en Kaatje Zwarenstein

Pim Zwarenstein, zijn moeder Nellie en stiefvader Jaap en oma Roosje overleven de Holocaust

Het leven van Pim Zwarenstein begint met zijn geboorte op 27 september 1934  in Dubbeldam. Zijn ouders Flip en Nellie Zwarenstein wonen aan de Reeweg-Zuid op nummer E 132, in Dubbeldam, indertijd een zelfstandige gemeente, thans een wijk van Dordrecht. De Reeweg-Zuid heet nu Amstelwijckweg en het huidige huisnummer is 34.

Pim verhuisde in 1935, na het overlijden van zijn vader, met zijn moeder naar Strijen. Zij woonden een aantal jaren bij zijn grootouders Pinas en Kaatje Zwarenstein. Toen zijn moeder in 1938 hertrouwde, verhuisde hij met haar naar de Molenstraat 11.

Wie waren de ouders en stiefvader van Pim?

Zijn vader, Philippus (Flip) Zwarenstein, werd in Strijen geboren op 8 maart 1907 als zoon van Pinas Zwarenstein (1870-1942) en Kaatje Zwarenstein-Zwarenstein (1876-1942). Als vee- en dierenarts begon hij een polikliniek voor kleine huisdieren aan de Nic. Maessingel 188 rood (nu: 264) in Dordrecht.

Aan het einde van 1933 trouwde Flip in Den Haag met zijn nicht Cornelia Helena (Nellie) Zwarenstein (1912-1999). Het jonge paar ging wonen aan de Reeweg-Zuid in Dubbeldam, waar zoon Pim werd geboren. Vijf maanden later, op 23 februari 1935 overleed Philippus Zwarenstein op 27-jarige leeftijd aan een longontsteking, ten gevolge van een wondinfectie bij het halen van een dood kalf. Hij vond zijn rustplaats op de Joodse Begraafplaats in Strijen.

Zijn moeder Cornelia Helena (Nellie) Zwarenstein-Teng Teng werd in Pare-Pare, een havenstad op Zuid-Celebes  in Nederlands Indië geboren op 3 juni 1912 als dochter van Levie Zwarenstein (1882-1956), eigenaar van een detailhandel en Clara Rappaport. Bij haar geboorte waren haar ouders nog niet getrouwd.

Nellie’s  vader was een broer van Pinas Zwarenstein, de vader van Philippus. Eind 1933 trouwde Nellie met Flip, haar neef. Na de dood van haar man vertrok Nellie met zoontje Pim op 2 september 1935 van Dubbeldam naar Strijen en trok bij haar schoonouders Pinas en Kaatje in. Nellie hertrouwde in oktober 1938 met Jacob Kleinkramer, zoon van Jozeph Kleinkramer (1873-1941) en Roosje Kleinkramer-Haas (1878 -1969). Zij woonden aan de Molenstraat 11 (nu: 13). Nellie trok met Pim bij Jacob in.

Zijn stiefvader Jacob (Jaap) Kleinkramer werd op 13 januari 1905 in Strijen geboren als zoon van Jozeph Kleinkramer (1873-1941) en Roosje Kleinkramer-Haas (1878 -1969) en woonde aan de Molenstraat 11 (nu 13). Jaap volgde na de lagere school de HBS in Oud-Beijerland. Hij slaagde voor zijn examen tegelijk met onder andere Jaap Burger, die later nog een belangrijke rol zou spelen in het leven van Pim en zijn ouders.

Jaap verdiende de kost als veehandelaar.

Oorlog

Het leven van de Joodse inwoners  werd er niet eenvoudiger op. Joden werden verplicht een jodenster te dragen en in het persoonsbewijs stond een ‘J’, ze mochten niet meer in openbare gelegenheden komen, Joodse kinderen moesten onderwijs volgen op aparte Joodse scholen en ze mochten niet meer met de tram reizen. Zeker niet nadat op 20 januari 1942 tijdens de Wannsee Konferenz door de nazikopstukken een ingrijpend besluit was genomen om het jodenvraagstuk op te lossen met een ‘verplichte evacuatie’ naar het oosten. Een aantal Joden zal na de deportatie als gevolg van zware dwangarbeid bezwijken en voor Joden die deze ‘natuurlijke reductie’ overleven bedachten de nazi’s een efficiënte ‘speciale behandeling’, de gaskamer (de eerste gaskamer was in Polen sinds eind 1941 in gebruik). Maar daarvan weten ze nog niets in Strijen.

Bertha en Corrie Zwarenstein, de tantes van Pim, gaven gehoor aan de ‘oproeping voor werkverruiming in Duitschland’  en ze meldden zich op 14 augustus 1942 bij Loods 24 te Rotterdam. Zij zouden Strijen nooit meer terugzien, hun levens eindigden in de gaskamers van Auschwitz.

Pinas en Kaatje Zwarenstein, de grootouders van Pim waren al op leeftijd en zij dachten wel met rust gelaten te worden. Maar de realiteit bleek anders.

Wat gebeurde er op 5 november 1942?

Op 5 november 1942 belde Jan de Zeeuw jr., zoon van burgemeester De Zeeuw uit Numansdorp aan bij Nellie en Jaap Kleinkramer en vertelde dat er SD’ers van Groep X van de Rotterdamse politie onderweg waren om de Joden in Strijen op te pakken.

Nellie zegt dat zij niet weg hoeft en vraagt De Zeeuw de anderen in het dorp te waarschuwen.

Jaap Kleinkramer verstopt zich en kort erna staan de SD’ers aan de deur. Zij zijn op zoek naar hem. Maar Jaap is er niet, vertelt Nellie, ‘hij is bij zijn zus in Zaltbommel’. Schrijf hem dan maar een brief dat hij zich zo snel mogelijk moet melden, is de boodschap van de SD’ers. Nellie en Pim mogen blijven, zij voelen zich (voorlopig) veilig. Nellie was in 1942 een procedure gestart om haar meisjesnaam officieel te kunnen veranderen in Teng Teng, verwijzend naar haar Indische achtergrond. Hierbij werd zij geholpen door de Dordtse advocaat mr. Jaap Burger, de oud-klasgenoot van de HBS, van haar man Jaap. Die naamsverandering zou vervolgens ook moeten dienen om deportatie te voorkomen, maar dat was nog een moeizaam en tijdrovend proces.

Pim en zijn moeder werden toch opgepakt en op 19 september 1943 ingeschreven in Westerbork  en ondergebracht in strafbarak nr. 67. Op 8 december dat jaar kwam dan eindelijk het langverwachte bericht: moeder Nellie stamde af van één joodse grootouder en dat betekende dat zij en Pim ten onrechte in Westerbork werden vastgehouden. Nellie mocht vertrekken maar ze weigerde om zonder Pim te gaan. Het duurde nog tot 22 februari 1944 voordat ook Pim het kamp mocht verlaten. Ze verlieten samen Westerbork en kregen, via een broer van Nellie, onderdak in Amsterdam. Nellie moest voortdurend op zoek naar voedsel, want het echtpaar waar ze bleven kreeg geen extra voedselbonnen. Dat werd onhoudbaar en na tien maanden besloot ze om met Pim te vertrekken. Op 22 december 1944, een koude, sombere en natte dag, vertrokken ze lopend op weg naar Dordrecht. Na enkele dagen vol ontberingen stonden ze plots voor de deur van haar vrienden, oogarts Joop Smit en zijn vrouw Dien in Dordrecht, die ook bevriend waren met Jaap Burger. Zij kwamen daar op verhaal, vierden Kerst en Oud en Nieuw en wachtten de bevrijding af. Op 5 mei konden Pim, Nellie en Jaap elkaar in de armen sluiten: Vrede en Vrijheid. Zij keerden weer terug naar Strijen en werden herenigd met Roosje Kleinkramer, de moeder van Jaap. 

Tenslotte

Inmiddels zijn de Holocaustoverlevenden Pim Zwarenstein, Nellie Kleinkramer-Teng-Teng, Jacob Kleinkramer en zijn moeder Roosje Kleinkramer- de Haas niet meer onder ons.

Pim Zwarenstein stierf op 17 augustus 2002 in Rotterdam, 67 jaar oud, zijn moeder Nellie Kleinkramer-Teng Teng overleed op 3 oktober 1999 in Dordrecht, 87 jaar oud, zijn stiefvader Jacob Kleinkramer overleed op 6 oktober 1981 in Strijen en (groot)moeder Roosje Kleinkramer-de Haas ging heen op 17 januari 1969. 

Om dit nooit te vergeten!

Bronnen

Afbeelding: Pim met zijn opa Pinas Zwarenstein

Laatst bijgewerkt 5 augustus 2025